De vraag die Inky Johnson stelt in zijn speech that broke the internet (zie filmpje hieronder). Niet alleen pakt dit me gigantisch, ik vind het ook confronterend. Confronterend omdat ik zelf na een lastige periode de passie mis in bijna alles wat ik doe. Inky heeft het in zijn speech over concrete commitment, wat in zijn geval refereert aan het spelen van american football op een betonnen ondergrond als kind in de ghetto waar hij woonde. Omdat hij en zijn neefjes en vriendjes zo hielden van het spelletje en ze geen veld beschikbaar hadden, speelden ze op beton en accepteerden ze de ongemakken en pijn die daarbij hoorden, Dat type passie voor het spel, dat is uiteindelijk waar het om draait in het leven.
Het leven slaat je soms neer en ik merk dat ik zelf moeite heb om de passie die ik ooit had weer terug te krijgen. Ik weet niet zo goed hoe ik het moet beschrijven, maar ik denk dat ik mezelf geleerd heb om stoïcijns, zakelijk en oplossingsgericht te blijven bij tegenslagen, eigenlijk als een soort robot. En robots hebben geen passie, die doen wat ze moeten doen, zonder emoties. Toen mijn vader in 2018 de diagnose kanker kreeg en ik in een persoonlijk gesprek met de arts het slechte nieuws kreeg, weet ik nog goed dat het me verbaasde hoe nuchter ik bleef. In de jaren daarna was ik degene die het operationeel regelde, ik haalde mijn ouders op en bracht ze naar de afspraken, voerde de voortgangsgesprekken met de oncoloog en maakte samen met mijn ouders en zus de keuzes over de behandelingen. Ik deed boodschappen, zorgde voor aanpassingen in het huis van mijn ouders, verbouwde het een en ander en probeerde hen waar ik kon te ontlasten. Toen het slechter ging met mijn vader en we te horen kregen dat hij door zijn uitzaaiingen niet meer beter zou worden en hij alleen levensverlengende behandelingen kon ondergaan, was dat wat het was. Mijn vader ging rap achteruit, werd bedlegerig en in die tijd was ik degene die hem af en toe moest dwingen om te baden, zodat we het bed konden verschonen. Ik tilde mijn vader dan in bad en tilde hem er weer uit. Dit ging zo door tot het echt niet meer ging en we ons voorbereidden op zijn overlijden. Uiteindelijk overleed hij in april 2022, na een ziektebed van een kleine 4 jaar.
Die vrijdagochtend was ik nog bij hem geweest en toen was hij al meer dood dan levend, maar dat was ie eigenlijk al dagen, dus ik besloot toch naar Limburg te rijden voor een sportevenement, waar ik s' avonds door mijn moeder en zus gebeld werd dat hij waarschijnlijk overleden was, omdat ze niet konden opmaken of hij nog ademde. De arts stelde dat niet veel later ook vast, waarop ik in de nacht teruggereden ben. Die nacht kwamen 2 dames van de uitvaartonderneming met heel veel respect mijn vader uit huis halen. Ik hielp hen mijn vader in te pakken en van de trap af te tillen naar de lijkwagen. Samen met mijn moeder en zus keken we toe hoe mijn vader weg werd gereden, met een van de uitvaart dames die voor de auto liep. In de dagen daarna planden we de begrafenis en was er een opbaring, waarbij enkele familieleden, vrienden van me en mijn oudste dochter aanwezig waren.
Een kleine week na het overlijden van mijn vader was de begrafenis. Vanaf het moment dat ik te horen kreeg dat mijn vader ziek was tot het moment van de begrafenis was ik in de operationele stand geweest. Geen emoties, geen tranen, geen boosheid, geen verdriet, niks, alleen maar operationele acties. Maar toen ik moest speechen, brak ik. Ik liep naar voren met mijn speech in de hand, keek de zaal in en zag al mijn vrienden en familie. Er waren onverwachts ook veel vrienden gekomen die ik niet persoonlijk uitgenodigd had, omdat ze mijn vader niet eens kenden, maar ze waren toch gekomen, op eigen initiatief. Opeens werd ik overspoeld door emoties en ik schiet bijna weer vol als ik terug denk aan dat moment. Ik werd op dat moment onverwachts overspoeld door liefde. De liefde van mijn vrienden, het besef dat ik zoveel mooie mensen om me heen heb en vooral de waardering en liefde voor mijn vader en alles wat hij voor mij gedaan had. Het maakt dat ik opeens stond te snikken en voor mijn gevoel kwamen alle emoties van die afgelopen 4 jaar eruit. Irritant wel, want ik moest natuurlijk speechen, maar kon me niet over mijn snikken heen zetten. Na een paar pogingen kon ik me vermannen en toen ik eenmaal begon met praten, ging het eigenlijk allemaal vanzelf en kon ik zonder onderbreken mijn speech afmaken. De rest van de begrafenis was mooi en verliep soepel. Bij de condoleances was de druk eraf en kon ik mijn vrienden bedanken voor hun komst, dat is iets wat ik nooit zal vergeten en waar ik hen altijd dankbaar voor zal blijven.
In de maanden na de begrafenis probeerde ik er zoveel als mogelijk voor mijn moeder te zijn, samen met Lynn. We pakten het huis van mijn moeder, wat helemaal doorgerookt en vies was, van top tot bodem aan en toverden het om in een heerlijk fris huisje voor mijn moeder. Mijn eigen emoties waren in de tijd nog steeds heel operationeel. Behalve mijn huilbui voor het speechen, was ik stabiel of misschien zelfs wel vlak. Niet lang daarna kreeg ik via een recruiter een mooie kans aangeboden bij een ander bedrijf. Ik koos ervoor om in te gaan op de aanbieding, vooral vanuit financiële overwegingen, want het was een gigantische vooruitgang. Mijn keuze om over te stappen was er eentje zonder emoties, het was een zakelijke afweging, waarbij ik mijn onderbuik gevoel van twijfel volledig negeerde.
Al vanaf dag 1 voelde het niet goed. De functie, de standplaats, de collega's, het werkveld, eigenlijk voelde alles niet goed aan en dat vanaf dag 1 al. Het werd er in de maanden daarna niet beter op. Ik voelde me verloren, ongeschikt en onzeker en verzandde in veel uren maken en inzet steken in de verkeerde dingen. Los van mijn eigen gedrag merkte ik ook dat de mensen met wie ik uitvoerig sollicitatiegesprekken had gevoerd een heel ander beeld van de werkelijkheid hadden geschetst, niet alleen van de organisatie en de functie inhoud, maar ook van zichzelf. Ik begon meer en meer in te zien dat werken op dat (salaris)niveau een bepaalde instelling met zich meebracht, tenminste wel bij die club. Onderling werd er keihard slecht en vies over elkaar gepraat, maar in elkaars gezicht waren ze de beste vrienden. Er werd gelogen en bedrogen en dat allemaal voor eigen gewin en ten koste van de mensen die de arbeid verrichtten en de klanten. Het was een ordinaire slangenkuil en ik merkte meer en meer dat ik hier niet voor gemaakt was en hier niet bij paste.
Ondertussen was ik thuis steeds minder te genieten, ik maakte vrij lange dagen en werd redelijk opgeslurpt door het werk. Ik had een kort lontje en maakte weinig tijd voor mijn vrouw en kinderen, dat zag ik overigens vooral achteraf in. Ook maakte ik weinig tijd voor mezelf, ik trainde praktisch niet, at slecht en leefde eigenlijk van salarisstrook naar salarisstrook, terwijl ik in mijn dikke audi rond reed. Ongemerkt werkte ik mezelf richting een burn-out, maar nog steeds voelde ik weinig emotie. Ik was een vlakke, zakelijk versie van mezelf geworden met eigenlijk als enige doel; niet falen en doorgaan.
De eerste tekenen dat het gevoel van mijn werkgever over mij ook niet positief was, kwam aan het einde van het jaar. Ik was toen 4 maanden in dienst. Ik had het al een poosje aan de stok met een andere manager, welke ik een ongelooflijke klootzak vond, voornamelijk over hoe hij met (zijn) mensen omging. Hij werkte er al jaren en had de status van ja zo is hij nou eenmaal weten te creëren. Dat hij zoals hij nou eenmaal was het personeel discrimineerde, uitschold en kleineerde, was iets wat ik niet pikte. Ik ging er hard tegenin en dat mondde uit in een ordinaire ruzie, waarin het voor mij overigens ook duidelijk werd dat ik niet mezelf was, omdat ik er veel te veel in mee ging. Die ruzie zorgde voor een hij eruit of ik eruit standpunt bij die collega en dat bracht nogal wat teweeg. Het management vertelde mij dat ze volledig aan mijn kant stonden, ze zeiden min of meer ook dat ze dit wel hadden zien aankomen en dat ze mij daarom juist hadden aangenomen, om een tegengeluid te bieden en standvastig te zijn in de cultuur die ze wilden creëren. Dat deed me enigszins goed, maar toen ik aan het einde van het jaar werd overgeslagen bij de bonussen zonder tekst en uitleg, sloeg de twijfel wel bij me toe. Let wel, in de sollicitatiegesprekken werd me aangegeven dat ik jaarlijks rond de 50k aan bonussen kon verwachten en ondanks dat dat nergens in mijn contract vastgelegd werd, schepte dat toch een verwachting bij me.
Maar goed, geen bonus dus en dus ook geen uitleg. Dat was voor mij een helder signaal, dus vroeg ik een gesprek aan met de grote baas, ook degene met wie ik praktisch het hele sollicitatietraject had doorlopen en wie voor mij, naast het financiële aspect, ook de hoofdreden was dat ik voor deze club had gekozen. Tijdens een diner bracht ik het ten sprake en ik werd eigenlijk het bos ingestuurd. Want daar was deze man een meester in, communicatief en manipulatief zo sterk dat ik eigenlijk nog steeds niet helemaal weet hoe dit gesprek nou ging en wat de uitkomst was. In de weken daarna kwam die collega met wie ik de ruzie had gewoon weer naar het werk en we moesten elkaar maar volledig negeren, aldus de grote baas. Uiteraard werkte dat niet en ik raakte dieper in negativiteit. Toen ik daarover sprak met een andere managing partner gaf die aan dat hij vond dat die collega weg moest, maar dat ie daarin werd overruled door de andere managing partners. Maar, hij had wel volledig mijn rug. De druppel die de emmer uiteindelijk een paar maanden daarna deed overlopen, was toen we door klachten van onze klanten gedwongen werden om naar de processen te kijken. Waar ik hierin, in mijn optiek, realistisch en geduldig was, waren het 2 andere managing partners die los ging op een derde managing partner die verantwoordelijk was voor de ICT. En toen ging ik de fout in, ik liet me door die 2 voor het karretje spannen om hard te stellen dat er aan de kant van de ICT dingen niet goed gingen, waarmee ik die derde managing partner tegen met kreeg. De cirkel werd rond toen ik in een gesprek met die ICT partner en een van de andere managing partners merkte dat alles op mij werd geschoven. Toen ik dat doorkreeg, raakte ik in paniek van de viesheid en achterbaksheid van wat er gebeurde. Ik stopte die meeting en belde in de auto gelijk met zowel die andere managing partner als de grote baas. Beiden namen ze niet op en toen wist ik genoeg. Alhoewel het nooit uitgesproken is, ben ik van mening dat ze me te lastig vonden. Dus juist waar ik voor aangenomen was, te weten kritisch, standvastig en eerlijk zijn, daar werd ik op afgerekend. Wat mij het meeste pijn gedaan heeft, is dat ze geen van alleen mijn rug hadden. Die mooie praatjes, de steun, het vertrouwen in mij, het was allemaal schone schijn. Het besef dat ik zo in de maling genomen was, dat stak en steekt me nog steeds. Diezelfde avond had ik een voorstel voor een vaststellingsovereenkomst in mijn mail en de volgende dag heb ik een advocaat in de arm genomen. Daarna is het gelukkig redelijk snel afgewikkeld, want ik was in alle staten en ervaarde voor het eerst in mijn leven echte agressie. Ik was op dat moment in staat om met een honkbalknuppel al die gasten er van langs te geven en denk dat als ik geen gezin gehad had, ik dat ook gedaan had, met alle gevolgen van dien. Zo ver heen was ik dus en dat was behoorlijk confronterend.
Boosheid, teleurstelling, verdriet, onzekerheid, onrecht... ik voelde van alles en ik merkte dat ik op was. Ik kwam thuis te zitten met een uitkering en ik voelde me een kneus, alsof ik gefaald had, door de mand gevallen was, het niet waar had kunnen maken. Mijn dikke salaris, auto, laptop, telefoon leverde ik in en daarmee ook een groot deel van identiteit die ik zelf gecreëerd had in. Daar zat ik dan, nog net geen 45 jaar, geen baan en eigenlijk geen idee meer wie ik was zonder die spullen. In de weken daarna kwam ik in een soort roes terecht, ik werd vrij veel benaderd door bedrijven en recruiters, maar bij de gesprekken die ik voerde, merkte ik aan alles dat ik niet klaar was om weer een soortgelijk avontuur aan te gaan in een soortgelijke functie. Wat heel irritant, maar misschien ook wel goed is, is dat ik zowel zakelijk als prive continue de vraag kreeg; wat wil je dan precies doen? En eerlijk, ik had echt geen fucking idee, maar ik voelde me daar slecht over. Ik voelde toch een soort verplichting om daar antwoord op te geven, waar ik nu (bijna een jaar later) het gewoon helemaal ok vind om te zeggen dat ik niet weet wat ik wil. Ik ben dat aan het uitzoeken en dat kost tijd. En hoe ik dat doe en hoe lang dat duurt, dat is aan mij, dat bepaalt echt helemaal niemand voor me. Mensen mogen er dan ook van vinden wat ze ervan vinden, maar ik denk dan ook maar van wacht maar tot je zelf ooit op dit punt in je leven komt. Ik zie het dus meer aan onwetenheid of gebrek aan ervaring van hun kant en niet meer mijn eigen onkunde of falen.
In het jaar nadat dit alles speelde heb ik heel veel soulsearching gedaan en het heeft me heel veel gebracht. Ik ben mezelf veel meer gaan accepteren voor wie ik ben en niet voor wat ik had. Ik realiseer me dat ik veel goede eigenschappen en kwaliteiten heb, maar ook dat er heel veel dingen zijn waar ik niet goed in ben, omdat deze niet bij me passen. Ik leer mezelf dus steeds meer kennen en krijg steeds meer rust in mijn hoofd. Ik ben er ook van overtuigd dat niet alleen deze werkervaring, maar ook het verlies van mijn vader een soort wake-up call zijn geweest om te stoppen met slaapwandelen en terug te keren naar de kern van mijn geluk. Ik kom er stapje voor stapje steeds meer achter wat mij gelukkig maakt en alhoewel dat nog niet geleid heeft tot het vinden van een baan, ben ik ervan overtuigd dat dit niet lang meer gaat duren, simpelweg omdat ik nu mijn hoofd EN mijn hart volg en continue kijk naar de balans die ik nodig heb voor mezelf.
Ok dus de rust is er, de overtuiging is er, het zelfvertrouwen komt langzaam terug en vooral de waardering voor wie en wat ik heb is er. En ook de vraag; what happened to the passion kan ik beantwoorden; de passie ben ik kwijtgeraakt toen ik alleen voor anderen aan het zorgen was en mijn gevoelens wegstopte. De passie ben ik kwijtgeraakt toen ik alleen voor het grote geld en aanzien (status) ging en niet meer deed waar ik me goed bij voelde en waar ik gelukkig van werd. Mijn missie nu is die passie, die concrete commitment waar Inky heeft over heeft, weer terug te vinden. En de enige manier om dat te doen, is door goed naar mijn gevoel te luisteren en de dingen te doen waar ik gelukkig van word.
Dus wat nu? Blijven ontdekken, mezelf blijven uitdagen, dingen proberen, nee durven te zeggen, durven zeggen dat ik het niet weet, nadenken over dingen, experimenteren en vooral elke dag blijven gaan en elke dag een stukje beter te worden en verder te komen dan de dag daarvoor. Toni Robbins zei ooit; mensen overschatten wat ze in een dag of een week kunnen doen en onderschatten wat ze in een jaar of 5 jaar kunnen doen. En dat voel ik ook zo, het afgelopen jaar is voorbij gevlogen, maar ik heb enorm veel bereikt, dus kun je nagaan hoe ik er over 5 jaar bijzit. Het is een marathon en geen race, maar ook voor een marathon moet je dagelijks, wekelijks en jaarlijks doelen stellen, dus ik blijf wel grinden!